De Longnecks.
Een vreselijke nacht gehad dat hebt ge al kunnen lezen.
Maar nu ik zover ben wil ik toch de laatste uren rijden naar de long necks niet opgeven.
We hebben dus maar wienig gezien onderweg al waren de plannen anders.na een paar uur rijden kwamen we dus op onze bestemming.
We hadden eerst wel een tussen stop gemaakt aan een tempel die het uitzicht gaf op een van de gevaarlijkste luchthavens van de wereld.
Wat ik wel raar vond is dat iedereen al van deze stam heeft gehoord.
Maar er liep hier maar een buitenlander rond en dat was ik.
In Pai bijvoorbeeld kon men geen vijf meter stappen of men kwam er een tegen.
Maar ik heb geen spijt dat ik tot hier ben gereden het is wel een ervaring apart en ik denk dat dit niet veel mensen zullen kunnen zeggen.
Ik heb er ten slotte ook wel veel moeite voor moeten doen om tot hier te geraken.
Ik zal u even uitleggen wat de geschiedenis is van deze stam.
De bergvolkeren in het noorden van Thailand zijn zeer bijzonder.
In de loop der eeuwen (maar vooral gedurende de laatste 100 - 200 jaar) zijn de Karen vanuit China, Tibet en Myanmar naar Thailand gekomen.
Sinds 1976 is het beleid van de Thaise overheid erop gericht hen in de Thaise maatschappij te integreren en hen eventueel het Thais staatsburgerschap te verstrekken.
Tijdens een trektocht door het gebied rond de plaatsen Chiang Mai en Chiang Rai kun je verschillende van deze bergvolkeren ontmoeten.
Er zijn zeven grotere stammen: de Lahu, Yao, Karen , Hmong ,die ik al in een vorig verhaal heb besproken, Lisu, Akha en de Lawa.
Elk volk heeft zijn unieke identiteit, cultuur, religie, taal, kunst en klederdracht.
Gemeen hebben ze dat ze alle in het hoogland wonen en hun hoofdbestaan in de landbouw vinden.
Alle stammen zijn gastvrij en ontvangen graag bezoekers in hun dorpen, niet alleen om hen te laten kennismaken met hun levenswijze, maar vooral om hun karige inkomen aan te vullen.
Naast de 7 grote stammen, leven ook enkele kleine tot zeer kleine bergstammen in Noord-Thailand, zoals de Khamu, Mlabri, Things en Palong.
De bekende Padaung ('Lang nekken') zijn een sub-stam van de Karen.
Zij zijn bekend vanwege het dragen van koperen ringen rond de nek.
De vrouw waar ik mee op de foto sta beweerd dat de ringen rond haar nek 5 kilo wegen.
Tegenwoordig dwingen ouders hun kinderen weer deze ringen te dragen.
Dat is niet alleen om de traditie in ere te houden maar vooral om de inkomsten uit het toerisme veilig te stellen.
Ruim 20 kilometer van de Noord-Thaise stad Chiang Rai, in Ban Jalae, bevindt zich een opmerkelijk museum.
Het draagt de naam Hilltribe Life and Culture Centre en is opgezet door leden van Akha, Lahu, Karen en Mien bergvolken om te proberen een deel van hun cultuur voor het nageslacht te bewaren.
De voortschrijdende modernisering eist haar tol in de gemeenschappen van de bergvolken, vaak versplinterd als gevolg van landverhuizingn en discriminatie.
Het museum bestaat uit vier lemen huizen en twee bamboe hutten, gebouwd door leden van de bergstammen.
Ze vertellen het echte verhaal over de geschiedenis van deze volkeren en laten zien hoe de bewoners van de dorpen vroeger leefden.
Karen;
Dat is de stam die ik dus echt wou zien.
Ik ben nog wel een beetje ziek maar ik heb toch geen spijt dat ik verder ben gereisd.
Ondanks dat het overgrote deel van de Karen in Birma leeft, zijn ze toch veruit de grootste bergstam van Noord-Thailand.
Er leven 280.000 Karen in Thailand, zowel in de laagvlaktes als in de bergen van de provincies Chiang Mai, Mae Hong Son en Chiang Rai.
Hun woongebied strekt zich ook uit tot ver in Centraal-Thailand.
Karen leven in paalwoningen van bamboe.
Hieronder scharrelen hun huisdieren, varkens, kippen en buffels.
De Berg-Karen beoefenen ruillandbouw; de Laagvlakte-Karen houden zich grotendeels bezig met de verbouw van rijst.
Karen-vrouwen staan bekend om hun weefkunst én vaardigheid op het weefgetouw. Elke substam van deze grote etnische groepering heeft zijn eigen specifieke klederdracht. Ongetrouwde meisjes dragen
wijde witte bloezen met v-halsen.
Getrouwde vrouwen dragen bloezen en rokken in felle kleuren, maar overwegend blauw en rood. Karen-mannen vervaardigen muziekinstrumenten, unieke tabakspijpen en talloze andere voorwerpen.
Karen zijn van oorsprong animisten, dat wil zeggen dat ze totaal in geesten geloven ,maar inmiddels is een kwart van de in Thailand levende Karen bekeerd tot het christendom wat wel raar is in dit
land van Bhoeda.
Het Karenvolk is vredig en behulpzaam.
Evenals veel andere bergvolkeren aanbidden ze hun voorvaderen en hebben ze diep respect voor hun nog levende ouders.
Reacties
Reacties
Ge zijt toch niet weer ziek zeker,,, In een ander land is ook de stront anders hé, dunner....En de geur gelijk het land zeker, In djerba daar reukt het naar schaap.
cool ta vie grosse merde
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}