n Thailand heeft ongeveer 95 procent van de bevolking als geloof het boeddhisme, dat daar kwam rond de 3e eeuw voor Christus.

De meeste oorspronkelijke Thaise mensen wonen nog steeds op het platteland.

De mensen geloven daar nog heel erg in de boeddhistische levensloop.
Het begrip ‘karma' is voor de Thaise boeddhisten heel erg belangrijk.

Dit hoort bij de wedergeboorte, wat ook erg belangrijk is.

Als je ongelukkig of erg weinig geld hebt, komt dit volgens de boeddhisten door de dingen die je hebt gedaan in een vorig leven.
Nu zou je kunne gaan denken dat mensen erg gaan leven omdat ze toch wedergeboren worden, maar dat klopt niet.

Voor veel mensen is het leven van die dag al zwaar genoeg.

Toch gaan mensen als ze ouder worden, meer offers brengen voor een goed karma.
Het boeddhisme is niet zo'n religie met heel veel regeltjes, lijkt het.

Dit klopt voor de helft en de regels zijn niet echt super streng, maar veel mensen doen toch mee met de rituelen die er vaak al eeuwen zijn.

Doordat het boeddhisme zo'n grote godsdienst hier is, zijn hier ook de maatschappelijke regels mee verbonden.

In Thailand hebben ze dus een beetje losse invulling, omdat het boeddhisme ook niet zo streng is. Dit klopt ook voor het sociaal systeem.

Dat systeem is erg moeilijk te snappen en is soms een beetje tegendraads, door alle rangen en standen en ik snap er dus ook niet veel van

In Thailand zijn er ongeveer 30.000 tempels en daar leven 300.000 monniken.
Boeddha's leer laat de band tussen de ‘gewone man' en de monniken heel duidelijk zien.

Dit contact heeft veel te maken met de populariteit van het boeddhisme.

De monnikenorde wordt onderhouden door giften van ‘leken' (de gewone man).

Als je als leek iets geeft aan een monnik is dit goed voor je karma.

‘s Morgens doen de monniken hun ronde voor eten.

Mensen beschouwen dit dan niet als bedelen, maar eerder als een goede daad die zij kunnen verrichten.

Men geeft soms ook geld of tempelbenodigdheden zoals wierook aan de monnikenorde.

Dit geven is een van de belangrijkste dingen die men kan doen om een goed karma te krijgen.

Bij het offeren hebben vrouwen een groot aandeel.

Dit komt omdat zij niet tot de monnikenorde kunnen toetreden.

Ze kunnen wel non worden, dan moeten ze zich aan dezelfde regels houden.

Maar er echt horen ze er dan niet bij.

Daarom offeren vrouwen extra veel, omdat zij op die manier toch hopen een goed karma te krijgen.

Het is ook goed voor hun karma als hun zoon monnik wordt.

Misschien denk je nu dat veel religieuze activiteiten het doel hebben de monnikenorde te ondersteunen, maar dat is niet zo.
Toen de Thaise bevolking zich tot het boeddhisme bekeerde hielden ze de goden uit hun oude godsdienst, het animisme.

Zo staan er nog steeds bij heel veel huizen geestenhuisjes zoals ook bij mij thuis.

Zulke huisjes staan niet alleen bij huizen, maar ook bij winkelcentra, hotels of kantoren.

Daar zijn het soms hele grote bouwwerken.

Vaak worden in de huisjes dezelfde dingen geofferd als in een tempel (kaarsjes, wierrook en bloemen), met het verschil dat het hier wordt geofferd aan een geest.

Bij dit offeren wil met vooral de situatie verbeteren waarin men nu leeft. Men hoopt dat de geest kan helpen.
Het bijgeloof, dat het offeren in geestenhuisjes zou helpen, is niet alleen besteed aan mensen uit lage klassen.

Ook scholieren willen wel eens wat offeren voor een belangrijk examen.
Als je iets wilt offeren aan de goden moet je wel weten wat ze graag willen hebben.

Als je ze dat geeft maak je meer kans op succes.

Zo heeft de god Phra Kan graag geroosterde varkenskoppen,ge weet nog wel die koppen.

Nu weet ge tenminste waarvoor ze dienden.

Maar ze hebben me toch nog niet kunnen bekeren.

Misschien komt dat wel door die varkens koppen.